Eenfase- en driefase-omvormers zijn typen omvormers die worden gebruikt in elektrische systemen om de stroom van gelijkstroom (DC) naar wisselstroom (AC) om te zetten. Het belangrijkste verschil tussen een eenfase-omvormer en een driefase-omvormer heeft te maken met het aantal geleiders en de resulterende stroomverdeling.
Eenfase-omvormer: Een eenfase-omvormer heeft twee geleiders, meestal een positieve en een negatieve, om de DC-stroom om te zetten in AC-stroom. Het genereert een enkele sinusvormige wisselstroomgolf. Eenfase-omvormers worden vaak gebruikt in residentiële toepassingen en kleinere commerciële systemen waar de stroomvraag relatief laag is, zoals bij huishoudelijke apparaten en kleine elektronica.
Driefase-omvormer: Een driefase-omvormer maakt gebruik van drie geleiders, ook bekend als fasedraden, om de DC-stroom om te zetten in AC-stroom. Het genereert drie afzonderlijke sinusvormige golven, die elk met een specifieke faseverschuiving ten opzichte van elkaar werken. Driefase-omvormers worden voornamelijk gebruikt in industriële toepassingen, grote commerciële systemen en energiecentrales, waar de vraag naar elektriciteit veel hoger is. Ze zijn efficiënter en bieden een betere vermogensregeling dan eenfase-omvormers.
Het belangrijkste voordeel van driefase-omvormers is dat ze een hoger vermogen kunnen leveren dan eenfase-omvormers. Door de drie fasen te combineren, kan een driefase-omvormer een meer gebalanceerde en stabiele stroom leveren, wat voordelig is voor apparaten met een hoger vermogen, zoals elektromotoren in industriële machines. Bovendien zorgen driefase-omvormers voor een efficiëntere overdracht van elektrische energie over lange afstanden.
Het juiste type omvormer dat moet worden gebruikt, hangt af van de specifieke toepassing en het vereiste vermogen. Kleinschalige toepassingen met een laag vermogen kunnen worden bediend met een eenfase-omvormer, terwijl grootschalige industriële toepassingen een driefase-omvormer vereisen vanwege de hogere vermogensbehoeften.